Vriendschappen heb ik altijd al moeilijk gevonden. Hoe doet je dat: vriendschappen onderhouden zonder je af te vragen of je je niet te veel aan iemand zit op te dringen, zonder alles wat je zelf of de ander doet of zegt te overanalyseren? Komt het voort uit het diepgewortelde gevoel nooit goed genoeg te kunnen zijn voor anderen, het niet waard zijn om van gehouden te worden? Ik kon me nooit zo goed voorstellen dat ik bij iemand de deur zou platlopen, al zou het een beste vriend zijn.
Ik ben ook erg karig met het uitdelen van de titel “vriend” of “vriendin”. Als ik mensen hoor praten over een feestje met al hun vrienden, waar dan 20 man aanwezig zijn, dan denk ik meteen: nee, joh, dat kan toch helemaal niet. Je kunt toch nooit 20 goede vrienden hebben en bovendien wat moet je er allemaal mee? Als ik het woord vriend hoor, dan denk ik niet aan oppervlakkige feestvriend, maar automatisch aan zielsvriend. Niet dat er iets mis is met het hebben van feestvrienden, maar in mijn beleving zijn dat eerder kennissen.
Vaak heb ik zitten nadenken waarom dat bij mij zo anders werkt of voelt. Ben ik te wantrouwig om makkelijk mensen toe te laten in mijn leven? Was ik te vaak teleurgesteld omdat de mensen die ik het hardst nodig had in mijn leven er nooit voor mij waren geweest? Of had ik teveel nood aan diepgang terwijl anderen meer naar luchtig vertier zochten in vriendschappen?
Zolang je jezelf met anderen blijft vergelijken, gaan dingen steeds meer als een probleem voelen, een tekortkoming of zelfs gebrek. Maar als ik heel objectief naar mezelf kijk en me niet met anderen vergelijk, dan kan ik alleen maar tot de conclusie komen dat ik geen nood heb aan veel vrienden. Ik heb genoeg aan 1 of, als met een beetje geluk, een paar vriendschappen met een diepere connectie. Die diepere connectie heb ik vooral met mijn partner, die ook mijn beste vriendin is en waarmee ik alles kan bespreken en helemaal mezelf bij kan zijn. Dat vind ik al een hele luxe. Ik denk dat er veel mensen zijn die die luxe niet vinden in de talrijke vriendschappen die ze er op na houden. Dus misschien kunnen ze zich beter met mij vergelijken in plaats van andersom? Ik zeg vaker: koetjes en kalfjes gesprekken kan ik met iedere passant hebben, maar een echte diepere connectie is iets zeldzaams en het waard om gekoesterd te worden.
Opvallend is dat ik met vrouwen veel makkelijker een connectie en diepgang kan vinden dan met mannen. Mannen willen graag stoer overkomen en mijden vaak gesprekken over gevoelens, over wat je raakt, over waar je van wakker ligt of last van hebt. Tegenover andere mannen of mensen die ik nog niet goed ken, heb ik dat zelf ook wel, uit zelfbescherming. Ik laat ook niet meteen in mijn kaarten kijken en heb in het begin mijn antennes wagenwijd openstaan om te checken of ik geen rode vlaggen waarneem. Als ik rode vlaggen waarneem, dan blijft het contact heel oppervlakkig, maar als ik me veilig en op mijn gemak voel, dan stel ik me wel open en zeker als de ander dat ook doet.
Praten over gevoelens of hoe je de wereld ervaart gaat bij vrouwen meestal veel natuurlijker en spontaner. Je hebt natuurlijk ook vrouwen die graag stoer overkomen, maar het lijkt alsof dat stoerheidslaagje dan dunner en minder hardnekkig is dan bij mannen. In situaties waarbij koppels bij elkaar komen, zie je meestal dat de mannen onder elkaar zitten praten en de vrouwen ook onder elkaar. Ik was dan meestal degene die er tussen in ging zitten en meer met de vrouwen dan met de mannen zat te praten. Soms dacht ik: zou dat komen, omdat ik nooit een moeder heb gekend en vrouwen daardoor speciaal zijn voor mij. Maar misschien is het eerder omdat je vrouwen minder snel afschrikt door diepgang in gesprekken op te zoeken. Die diepgang is net wat ik interessant vind en ook nodig heb als voeding voor de ziel.
Waarom ik zo slecht ben in het onderhouden van vriendschappen of zelfs familiebanden is dan de volgende vraag. Als een vriend of familielid vraagt om ergens mee te helpen, dan ben ik de eerste om daarin tegemoet te komen. Maar om zomaar spontaan af te spreken zonder andere reden dan het aanhalen van vriendschap/familiebanden, blijft toch een uitdaging voor mij. Die drempel steek ik makkelijker over als ik voor mezelf een soort van tastbare of praktische reden voor het bezoek heb. Blijkbaar vind ik mezelf niet interessant genoeg om iemand mee op te zadelen zonder een praktische reden is, zoals: “Ah, dan breng ik je ook meteen een USB-stick mee met de foto’s van ….” of “dan kan ik gelijk eens kijken naar dat apparaat van je om te zien of ik het misschien kan repareren”. Dat zit diep geworteld, want die drempel voel ik telkens weer. Geen wonder dat ik het aanhalen van vriendschap/familiebanden vaak zit uit te stellen, ook al is het om ze uit te nodigen om bij mij op bezoek te komen. Je kunt toch niet zomaar, zonder goede aanleiding mensen gaan lastig vallen?
Alsof een vriend of goede kennis, als je belt om af te spreken, zou antwoorden met: “Nee, sorry, als je denkt dat je hier zomaar over de vloer kan komen zonder goede reden, zonder iets te repareren of ergens mee te helpen, dan blijf je maar lekker thuis”. Zou ik dat soort vrienden dan wel vaker gaan bezoeken? Ik weet zeker van niet!
Omdat ik een nogal beeldende fantasie heb en graag grapjes over mezelf maak, zie ik voor me dat ik voortaan vrienden of familie ga bezoeken in een overall, zodat ik het gevoel heb dat ik ga om te helpen en ze nooit kunnen zeggen wat ze nooit zouden zeggen: “Oh, ik dacht even dat je hier zomaar voor de lol op bezoek kwam”.
Blijkbaar heeft dat ook te maken met het HSP zijn of het feit dat je voor bepaalde dingen erg gevoelig bent geworden door omstandigheden. Als HSP ben je meer bezig zijn met invullen wat anderen zouden denken of voelen, dan gewoon doen wat goed is voor jezelf. Je bent meer naar buiten gericht dan naar binnen. Ik lees ook wel eens dat een HSP binnenstebuiten leeft. Dat omschrijft het mooi.
Bij jezelf nagaan wat je zelf wil of wat je zelf fijn zou vinden is een goede remedie als je weer eens in andermans plaats probeert te voelen of te denken. Je bent zelf de enige die goed voor jezelf kan zorgen, want anderen gaan het niet voor je doen of blijven doen.