
Doorheen mijn jonge jaren was het graf van mijn moeder symbool geworden van alle pijn en ellende die uit haar dood leken voort te vloeien. Het feit dat er zelden over haar en haar noodlottige dood gepraat werd, versterkte dat nog. Als ik als kind iets over mijn moeder vroeg, dan werd het stil en voelde je de stemming omslaan. Een donkere somberheid vulde dan de kamer en dezelfde foto’s werden dan weer uit de lade gehaald en getoond. Over haar dood werd alleen gezegd dat ze ziek was en daaraan gestorven was. Als kind wist je niet beter, maar je voelde dat er een diepe tragiek aan haar dood verbonden was. Vanzelf durfde je er als kind al bijna niet meer naar vragen.
Bijgevolg wist ik erg weinig over haar. Dat ontbrekende gedeelte van mijn identiteit heb ik nooit kunnen invullen. Ook in het verwerken van haar dood en het gemis stond ik alleen, want het verdriet was iets van mijn vader en andere volwassenen en niet van de kinderen. Wij hadden haar immers nooit echt gekend, dus waarom zouden we er dan last van hebben? Wat je niet kent, kun je toch niet missen!?
In mijn latere leven meed ik het bezoek aan haar graf, zodat ik datzelfde gevoel van somberheid en tragiek dat ik als kind voelde als het over mijn moeder ging, niet opnieuw hoefde te voelen. Want dat was wat het graf van mijn moeder met me deed. Het gemis aan een moederfiguur, de eenzaamheid en de emotionele schraalheid die ik thuis voelde, kwam daar nog bovenop.
Ik heb haar nooit verweten dat ze uit het leven is gestapt en ben ook nooit kwaad op haar geweest. Maar het gemis aan een moederfiguur heb ik wel altijd gevoeld. En als je iets in je leven mist, dan is de kans groot dat je dat gaat idealiseren of romantiseren. Heel vaak dacht ik vroeger: Als zij er nog zou zijn, dan zou het heel anders gelopen zijn en zou ons een hoop negativiteit en ellende bespaard gebleven zijn. Dan zou ik wel de onvoorwaardelijke liefde van een moeder gekend hebben. Dan zou ik wel de warmte en affectie gekend hebben.
Later in mijn leven heeft dat ideaalbeeld langzaam plaatsgemaakt voor een meer gematigd beeld.
Namelijk het beeld dat het misschien beter voor haar was dat ze er niet meer is, want ze zou alleen maar doodongelukkig zijn geweest bij mijn vader, net zoals ik. Ze zou waarschijnlijk niet de moed hebben gehad om bij hem weg te gaan, net zoals ik. Ik begon me meer en meer te identificeren met de moeder die ik niet kende, maar waarvan ik een steeds groter deel terugzag wanneer ik in de spiegel keek.
Omdat haar dood een wig had gedreven tussen haar familie en die van mijn vader vond ik het lastig om bij haar familie aan te kloppen om meer over mijn moeder te weten te komen. Ik vond het sowieso lastig om dit onderwerp aan te snijden, omdat het altijd zo beladen voelde en ik ervan uit ging dat ik een heel gekleurd verhaal te horen ging krijgen.
De coach, waar ik te rade was gegaan voor een burn-out, maakte me duidelijk dat ik eigenlijk nooit heb gerouwd om de dood van mijn moeder. Ze vroeg me wat een kind zou doen bij het bezoek aan het graf van zijn moeder. Het bleef stil, want ik wist het antwoord simpelweg niet. Ik had geen idee.
Vervolgens nam ze een glas water en hield het met gestrekte arm op afstand. Ze zei: “Het glas op afstand houden kost je veel energie. Je arm wordt moe, het glas voelt zwaar en je houdt het niet lang vol”. Daarna bracht ze het glas dicht bij haar hart en zei: “Het glas dicht bij je hart houden kost veel minder energie. Zo kan je het glas makkelijk langdurig vast houden zonder dat het te zwaar wordt”.
Met dit beeld sloeg de coach de nagel op de kop. Alles wat je angstvallig op afstand probeert te houden, om de pijn niet onder ogen te moeten zien, kost je een hoop energie. Uiteindelijk haalt dat wat je op afstand probeert te houden, je toch wel in. De pijn toelaten en je hart open stellen kost veel minder energie.
Zodoende ben ik het graf van mijn moeder stilaan weer gaan bezoeken. Het graf lag er bij als van iemand die al lang vergeten was. Ik vond dat ze een mooi graf verdient, als van iemand die gemist wordt. Dus ben ik het graf gaan opknappen en versieren met plantjes. Door op die manier mijn hart open te stellen en door de oude pijn heen te bijten, kwam ik dichter bij mijn moeder en kreeg ik terug een connectie met haar.
Ook haar foto, die een beetje uit het zicht stond boven op een hoge kast in mijn hobby kamer, heb ik op mijn bureau gezet, vol in het zicht. Allemaal kleine stapjes die me dichter bij haar brachten.
Toevallig was dit in de periode waarin mijn vader naar een rusthuis zou gaan en hij alle oude foto’s, dia’s, brieven en papieren had verzameld en gesorteerd in dozen. Uit nieuwsgierigheid heb ik al die dozen mee naar huis genomen om te kijken of ik hier nog wat extra informatie over mijn moeder kon vinden. Het kostte me een gans weekend van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat om door al die papieren en brieven heen te spitten en alle dia’s in te scannen. Ik vond tal van foto’s van mijn moeder die ik nog nooit gezien had. Ik vond ook schoolschriften en brieven van mijn moeder van op de lagere school. Er zaten zelfs brieven tussen die ze als tiener aan haar vader had geschreven toen deze een tijd in de gevangenis had gezeten en een brief die ze aan haar zus had geschreven over de moeilijke bevalling van mijn broer, ongeveer een half jaar voor haar dood. Een brief die mijn vader blijkbaar nooit aan haar zus had afgegeven.
Voor mij was dat een schat aan tastbare informatie vergeleken met het bitter weinige dat ik voorheen van haar had gezien of gehoord.
Ook ben ik op bezoek gegaan bij de nog in leven zijnde zus van mijn moeder, dus mijn tante, om te praten over hoe het leven van mijn moeder tijdens haar kindertijd was en in de tijd dat ze mijn vader had leren kennen. Ik denk dat het 30 jaar geleden was dat ik deze tante voor het laatst gezien had. De eerste minuten was het contact nog wat onwennig. Maar al vrij snel bleek hoe blij we beiden waren met dit vernieuwde contact. Beiden hadden we nood aan dit contact dat zich concentreerde rond mijn moeder, haar enige zus, die ze niet had kunnen helpen toen deze het leven niet meer zag zitten. Dat had haar haar leven lang achtervolgd.
Ik heb de brief die mijn moeder aan mijn tante had geschreven en die ik tussen alle papieren van mijn vader vond per post naar mijn tante gestuurd, zoals mijn moeder het zou gewild hebben. Nadien heb ik haar nog vaker bezocht.
Zo ben ik een stuk dichter bij mijn moeder gekomen en weer contact gekregen met mijn tante.
De moraal van dit verhaal is dat je er veel voor terugkrijgt als je je hart durft openstellen en de angst voor de pijn niet uit de weg gaat. Door van je hart een steen maken om je kwetsbaarheid te beschermen, loop je ook de liefde en warmte van anderen mis die op zielsniveau een connectie met je willen leggen.
Prachtig !
Bedankt Wil !